Klaspraktijk

De 7 steunpilaren van het pedagogisch project


  1. De natuurlijke methode van Freinet is niet louter gericht op kennis, maar op zinvol werk en ervaringen eigen aan het leven. Via deze methode realiseren we eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Je leert praten en lopen al doende, volgens het principe van levend leren. Waarom zou dat bij lezen, schrijven, tekenen, ... ook niet kunnen? 
    Dit levend leren vertaalt zich bij ons op school als volgt:
    * experimenteren en onderzoeken: goed uitgeruste klassen, met verschillende hoeken, materiaalaanbod.
    * tijd: na praatrondes worden onderzoeken uitgevoerd: meetwerk (hoe groot is de walvis), voorbeeld van bij de 
        jongste kleuters: hoeveel stippen heeft een rippetip...
    Tekeningen worden verhalen, die we willen schrijven, willen lezen, willen vertellen aan elkaar. We leren woorden  die op dat moment centraal staan in de klas, om zo alles te leren lezen ... We oefenen moeilijkheden  wel specifiek in, maar gaan vooral zinvol aan het werk.

  2. Kinderen worden ernstig genomen en er wordt gewerkt vanuit hun eigen belangstellingssfeer en hun ervaringen, op hun eigen niveau en tempo, vanuit hun eigen beleving en exploratiedrang. De kinderen en volwassenen (ouders en leerkrachten) leven en leren samen. Doorheen de schoolloopbaan van het kind proberen we zoveel mogelijk te werken met de eigen interesse, maar ook de thema's of projecten die uit de groep komen. Dit nemen we op om de leerstof, die het kind doorheen elk leerjaar moet verwerven, op een zo zinvolle manier aan te bieden. Waarom we leren lezen, schrijven, rekenen komt regelmatig aan bod en wordt voor de kinderen tastbaar doorheen de projecten, onderzoeken, ... We bieden de kinderen de tijd om tot lezen, schrijven te komen met oog op het begrijpen van woord en zin, eerder dan het afratelen van woorden zonder betekenis (soms verloopt dit proces toch trager dan verhoopt en schakelen we ook externe hulp in). We streven ernaar de kinderen vanuit hun kracht te laten leren en de zin om verder te groeien te versterken. 

  3. Naar kinderen wordt geluisterd, en kinderen leren zich uit te drukken met het oog op het zelf
    aanpakken van problemen, en gevoelens onder woorden brengen op een mondige,
    onafhankelijke en zelfstandige manier. Structureel in onze week gegoten zijn de praatrondes, 
    klassenraad, schoolraad. We willen met de kinderen in gesprek gaan. Hier kadert ook de 
    'no blame' methode in.

  4. Vrije expressie en communicatie maken integraal deel uit van ervaringsleren en stimuleren bovendien kinderen oorspronkelijk, origineel en persoonlijk werk van anderen waarderen. Vrije tekeningen, teksten, verhalen staan centraal doorheen de loopbaan van de kinderen. In bijvoorbeeld ateliers en openschoolnamiddagen bieden we technieken aan om de kinderen extra input te geven om zich te uiten.

  5. Bovendien leggen de leerlingen zelf voortdurend verbanden met de hen omringende wereld. Ze ervaren hoe sociale verbanden in elkaar zitten en hoe regels daarbij ontstaan. Leerlingen komen op zo'n manier te weten waarvoor regels kunnen dienen en of die wel of niet overtreden of veranderd kunnen worden.  We leven samen in een klas, op school. We bekijken samen onze regels (vereenvoudigd). De klasregels worden elk jaar opnieuw opgesteld en onderschreven. We doen voorstellen: voelboeken doorheen de hele school.

  6. De bepalende positie van de leerkracht is verregaand afgebouwd door de coördinerende en helpende werking. Kinderen worden persoonlijk benaderd, en moeten zich in de school evenwichtig kunnen ontplooien. Emoties zijn er en er wordt in de klas aandacht aan besteed. Er is wederkerigheid in de relatie leerkracht-kind. SAMEN werken we in de klas. We doen mee met de kinderen, samen in de kring, samen vragen stellen, onderzoeken, geen aparte plek vooraan in de klas, ...  Aanspreken zonder titel, ... Iedereen is wie hij is...

  7.  Er is een rijk aanbod aan materiaal, deels door de kinderen zelf aangereikt, dat hen uitnodigt tot onderzoek en expressie. Technieken eigen aan de Freinetpedagogiek maken van het materiaal een rijke voedingsbodem voor ervarend en coöperatief leren en leven.
    * Levend leren
    * Experimenteren
    * Onderzoek
    * Werk/weekplan
    * Zelfevaluatie
    * Groepswerk/groepsstudie
    * Klasraad
    * Vrije tekst/tekening
    * Toonmomenten
    * School/klaskrant
    * Veldonderzoek
    * Drukken
    * ...